Wijzigingen in de Wet Werk en Zekerheid. Hierin zijn een aantal regelingen gewijzigd en geïntroduceerd. Denk bijvoorbeeld aan wijziging van de ketenregeling en de komst van de transitievergoeding. Het nieuwe kabinet heeft op al die onderwerpen weer nieuwe plannen in petto.
Ontslagrecht
Door de wijzigingen in de Wet Werk en Zekerheid kon een ontslag worden bemoeilijkt wanneer er op basis van afzonderlijk bestaande ontslaggronden een onvoldoende wettelijke basis lag voor ontslag. Hierdoor zouden werkgevers werknemers minder snel een contract voor onbepaalde tijd aanbieden. Als er echter bij meerdere gronden gedeeltelijk sprake is van problemen, moet het mogelijk zijn om de rechter de afweging te laten maken om het ontslag te rechtvaardigen op basis van de cumulatie van omstandigheden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij verwijtbaar handelen gecombineerd met disfunctioneren en een verstoorde arbeidsrelatie. De rechter kan wel een extra vergoeding toekennen van maximaal de helft van de transitievergoeding bovenop de reeds bestaande transitievergoeding.
Transitievergoeding
Iedere werknemer had vanaf juli 2015 recht op een vergoeding als hij na een dienstverband van minimaal twee jaar onvrijwillig werd ontslagen. Nu zullen werknemers al vanaf het begin van hun arbeidsovereenkomst recht krijgen op de transitievergoeding in plaats van na twee jaar. De hoogte van de vergoeding bedraagt momenteel een derde van een maandsalaris per dienstjaar voor de eerste tien jaar van een dienstverband en een half maandsalaris per dienstjaar voor de periode na 10 jaar. Het kabinet wil voor elk jaar in dienstverband de transitievergoeding baseren op een derde van een maandsalaris, ook voor contractduren langer dan 10 jaar. De overgangsregeling voor 50-plussers waarbij zij de transitievergoeding sneller opbouwen, namelijk een maandsalaris per dienstjaar, blijft gehandhaafd. Op de transitie mogen in de toekomst ook kosten van scholing binnen de eigen organisatie, gericht op een andere functie in mindering worden gebracht. Het controversieel verklaarde Wetsvoorstel om de transitievergoeding die verstrekt wordt na de loondoorbetalingsperiode bij ziekte te compenseren, is door het nieuwe kabinet weer uit de ijskast gehaald. Ook komt het kabinet met voorstellen om de transitievergoeding onder voorwaarden te compenseren voor werkgevers die hun bedrijf beëindigen wegens pensionering of ziekte.
Proeftijd
Bij een arbeidsovereenkomst met een looptijd van twee jaar of langer bedraagt de proeftijd maximaal twee maanden. Dat zal worden verlengd naar drie maanden. Biedt een werkgever meteen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan, dan mag de proeftijd maximaal vijf maanden bedragen.
Payrolling
Payrolling mag van het nieuwe kabinet niet worden ingezet als middel voor concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Het moet zo worden vormgegeven dat het kan zorgen voor het ‘ontzorgen’ van werkgevers. Daarom komt het kabinet met een voorstel waarbij het soepeler arbeidsrechtelijk regime van de uitzendovereenkomst buiten toepassing wordt verklaard, werknemers qua arbeidsvoorwaarden ten minste gelijk moeten worden behandeld met werknemers bij de inlener, en de definitie van de uitzendovereenkomst ongemoeid blijft.
Differentiatie van de WW-premie naar type contract
Momenteel wordt de WW-premie in de eerste zes maanden gedifferentieerd per sector. Het kabinet wil kijken hoe de premiedifferentiatie in de WW kan bijdragen aan het aantrekkelijker maken van contracten voor onbepaalde tijd. Zo kan er worden gekozen voor een vormgeving over de eerste zes maanden WW waarbij contracten voor onbepaalde tijd een lager premiepercentage toegerekend krijgen dan contracten voor bepaalde tijd.
Nieuws